Bevolkingsonderzoek darmkanker
Darmkanker
Het bevolkingsonderzoek darmkanker is voor mannen en vrouwen van 55 tot en met 75 jaar. Bij het bevolkingsonderzoek darmkanker wordt gekeken of er bloed in de ontlasting zit. Bloed in de ontlasting kan een teken zijn van darmkanker. Als darmkanker in een vroeg stadium wordt ontdekt, is de kans op een succesvolle behandeling groter. Elke 2 jaar wordt u opgeroepen voor dit onderzoek.
Het onderzoek
Deelnemers ontvangen een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek via de post. Bij de uitnodiging zit een buisje, de zelfafnametest. Hiermee prikt u op vier verschillende plaatsen in de ontlasting. De buisjes stuurt u in een antwoordenvelop naar een laboratorium. Daar wordt de ontlasting onderzocht.
U krijgt binnen tien werkdagen een brief met de uitslag. Welke uitslag is mogelijk?
Er is geen vervolgonderzoek nodig
Er is geen bloed in uw ontlasting gevonden. Als u over twee jaar nog geen 76 jaar bent, krijgt u weer een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek.
Er is vervolgonderzoek nodig
Er is bloed in uw ontlasting gevonden. Bloed in uw ontlasting kan te maken hebben met poliepen of darmkanker. Er kunnen ook andere oorzaken zijn. Daarom is vervolgonderzoek nodig. In het ziekenhuis wordt onderzocht wat de oorzaak is.
In de uitslagbrief staat een afspraak voor een intakegesprek in het ziekenhuis. In dat gesprek krijgt u uitleg over een kijkonderzoek in uw dikke darm. Meer informatie over het kijkonderzoek vindt u op www.bevolkingsonderzoekdarmkanker.nl.
Uw huisarts ontvangt niet automatisch bericht van uw uitslag. Op uw verzoek sturen wij de huisarts bericht bij een ongunstige uitslag. U moet hiervoor zelf de gegevens van uw huisarts aan ons doorgeven. Dit kan via Mijn Bevolkingsonderzoek of via de informatielijn van uw regionale screeningsorganisatie.
Meedoen
U hoeft geen klachten te hebben om mee te doen. Deelname is gratis en vrijwillig. U beslist zelf of u wel of niet meedoet.
Bij klachten naar huisarts
Heeft u darmklachten? Wacht dan niet op het bevolkingsonderzoek, maar neem contact op met uw huisarts.
Voor meer informatie zie: